Het is november 1904. Enkele inwoners van Vollenhove schrijven een brief aan het gemeentebestuur. Zij willen dat de jaarlijkse kermis wordt aangepast. Deze kermis loopt nogal eens uit de hand door drankgebruik en door ruzies. De meeste inwoners zijn daarom wel klaar met de kermis en willen liever een beschaafd volksfeest voor iedereen uit Vollenhove. Het gemeentebestuur is het daarmee eens en het volksfeest komt er op 31 augustus. De organisatie ervan wordt in handen gelegd van een in 1905 speciaal opgerichte vereniging: de Vollenhoofse Vereniging Voor Volksvermaken, kortweg de V.V.V.V. genoemd. In hetzelfde jaar wordt ook de fanfare opgericht.
De eerste volksfeesten staan in het teken van grote toneelstukken over historische gebeurtenissen. Ook wordt er al een optocht van versierde wagens georganiseerd. Die eerste optochten zijn natuurlijk niet te vergelijken met het grote Corso van nu. Boerenwagentjes met allegorische voorstellingen worden door de straten getrokken door paarden en later door trekkers en auto’s. In de jaren vijftig wordt de optocht het belangrijkste onderdeel van het volksfeest. Dan doen er maar liefst twintig wagens mee aan het Corso. Vanaf de jaren zestig komen er pas bloemen op de wagens: eerst nog gladiolen en later dahlia’s.
De optocht groeit en bloeit en er komt zelfs een jury voor het aanwijzen van de mooiste praalwagen. Tegelijkertijd komen er ook meer toeschouwers, zodat er een parcours moet worden afgezet. In 1970 rijdt de stoet voor het eerst over een gesloten parcours door de binnenstad: ‘de Poort rond’. Alle ontwikkelingen hebben zich de jaren daarna doorgezet en Vollenhove is nooit meer van het corsovirus af gekomen. Daarom kunnen we gelukkig nog steeds genieten van dit prachtige evenement, dat ondertussen is uitgegroeid tot één van de grootste bloemencorso’s van Nederland.